Spraak Kinderen

 

Spraakstoornissen bij kinderen

Een verlate of vertraagde spraakontwikkeling

Een veel voorkomend probleem bij kinderen is een stoornis in de spraakontwikkeling. Spraakklanken worden in een vaste volgorde verworven. Soms gaat dat vertraagd of in een andere volgorde. Het gevolg is dat de kinderen slecht voor hun omgeving te verstaan zijn. Een veel voorkomende oorzaak van dit probleem is het verminderd horen van kinderen. Vaak komt dit doordat er vocht achter het trommelvlies zit. Dit wordt meestal behandeld door de KNO-arts door het plaatsen van trommelvliesbuisjes. Er zijn ook andere redenen te noemen waarom kinderen problemen krijgen met hun spraakontwikkeling; bijvoorbeeld door een algehele ontwikkelingsachterstand, concentratieproblemen of een organisch probleem zoals schisis.

Wanneer uw kind bij ons in de praktijk komt vanwege spraakproblemen zal er een onderzoek volgen naar de uitspraak van klanken en woorden, de mondmotoriek en eventueel aanvullend onderzoek naar de taalontwikkeling. Afhankelijk van de gevonden problemen zal er gewerkt worden aan het verbeteren van de spraak.

Stotteren

Bij veel kinderen in de leeftijd van 3 tot 5 jaar komt een periode van onvloeiend spreken voor. Dit wordt ontwikkelingsstotteren genoemd: een kind in die leeftijd weet soms goed wat het wil vertellen, maar heeft daar nog niet altijd de juiste manier voor. Ook heeft het soms te maken met onvoldoende rijping van de motoriek van de spraakspieren. Meestal gaat dit stotteren weer over. Er wordt in de behandeling dan over het algemeen gewerkt met adviseren van de directe omgeving.
Het stotteren kan ook blijven bestaan of later beginnen (bijvoorbeeld na een traumatische gebeurtenis). Er wordt door ons dan meestal doorverwezen naar het Stottercentrum.
Wanneer u twijfelt over de spraak van uw kind, kunt u een stotter screeningslijst invullen op: www.ouders.nl/lstotter.htm

Slissen en lispelen

Bij het uitspreken van de klanken komt de tong soms tussen de tanden of kiezen. Meestal gebeurt dat bij de uitspraak van de letters: t, s en z. Dit probleem gaat vaak samen met verkeerd slikken (de tong gaat dan ook tussen of tegen de tanden), veel met open mond zitten en het zuigen op een duim of vingers (zie afwijkend mondgedrag). Behalve de spraak kan ook de gebitsstand hierdoor negatief beïnvloed worden (zie oro-myofunctionele therapie).
Bij het onderzoek wordt gekeken welke van bovenstaande factoren meespelen. In de behandeling zal gewerkt worden aan het normaliseren van het tonggebruik en aan het verbeteren van de mondfuncties.

Verstoorde nasaliteit

Bij een verstoorde nasaliteit gaat het spreken gepaard met teveel of te weinig aan lucht door de neus. In onze spraak zijn er drie klanken waarbij de lucht door de neus moet gaan. Dit zijn de n,m,ng. Wanneer iemand te weinig lucht door de neus laat gaan bij het spreken (gesloten neusspraak), klinkt een m als een b. Wanneer iemand te veel lucht door de neus laat gaan bij het spreken (open neusspraak) kan de verstaanbaarheid negatief beïnvloed worden. Oorzaken van verstoorde nasaliteit kunnen zijn:

- een vergrote neusamandel
- een tekort gehemelte
- onvoldoende functioneren van het zachte gehemelte
- een lip-, kaak-, of gehemelte spleet (schisis)
- gewoonte

Voordat de therapie wordt gestart is het belangrijk om te weten of het gehemelte organisch goed kan functioneren. Als dat het geval is, wordt er geoefend om de bewegelijkheid van het gehemelte te verbeteren en de luchtstroom te leren sturen. Daarna wordt het toegepast bij het spreken.