Lees- en schrijfproblemen
Kinderen laten soms al vroeg zien dat zij moeite hebben het tempo van het leren lezen en spellen in de groep te volgen. Iemand kan traag lezen of lezen met veel fouten of een combinatie van beide is mogelijk. Daarnaast kunnen er ook problemen met de spelling zijn.
In groep 3 kan dat al naar voren komen, maar ook later.
Over het algemeen hebben deze kinderen in aanleg een zwak taalgevoel; moeite met het waarnemen van klanken (foneembewustzijn) en met het automatiseren (bv. van kleuren, dagen van de week etc).
Al vroeg in de spraak/taalontwikkeling kunnen er al aanwijzingen zijn: het zit in de familie (dyslexie is erfelijk), er zijn problemen in de fonologische ontwikkeling (het aanleren van de spraakkklanken) en/of op het gebied van taal.
Taalproblemen die vaak voorkomen bij dyslexie zijn:
Fonologisch:
-auditieve synthese van klanken/klankgroepen
- auditieve analyse van klanken/klankgroepen
- auditieve klankdiscriminatie
- auditieve woordherkenning
- temporele ordening van klanken
- auditief korte termijngeheugen
Morfologisch:
- werkwoordvormen, bv. sterke werkwoorden (lopen-liep-gelopen)
- (onregelmatige0 meervoudsvormen
- voor- en achtervoegsels
Syntax:
- zinsbouw, bv. samengestelde zinnen
Sematiek:
- woordvindingsproblemen
- begrip van figuurlijk taalgebruik
- soms: woordenschatproblemen als gevolg van niet of weinig lezen
Op verschillende gebieden kan een (gespecialiseerde) logopedist bijdragen tot het verbeteren van het lezen en spellen. In de behandeling kan bijvoorbeeld gewerkt worden aan het verbeteren van de uitspraak van klanken, de klank-tekenkoppeling, het verbeteren van de auditieve vaardigheden en aan andere problemen die zich voordoen op het gebied van taal en automatisering.
Een logopedist kan echter nooit de diagnose dyslexie stellen. Dit moet gedaan worden door een psycholoog of orthopedagoog.
Indien de problemen op het gebied van het lezen en/of spellen hardnekkig blijken of erg ingewikkeld zijn, wordt geadviseerd om naar een dyslexiespecialist te gaan.